Systemisch werken is zo’n term die je vaak voorbij hoort komen. In teamsessies, bij organisatievraagstukken, bij complexe casuïstiek. Maar wat betekent het eigenlijk? En belangrijker: wat werkt nou wél? En dan bedoelen we niet: jezelf staande houden in een systeem waar het wringt.

Wat is systemisch werken (en wat niet)?

Systemisch werken betekent: kijken naar het grotere geheel. Niet alleen naar gedrag of individuele keuzes, maar naar de onderliggende dynamiek in een team, organisatie of netwerk. Wie neemt welke plek in? Wat wordt uitgesloten, wat mag er niet zijn? Wat wordt herhaald, zonder dat iemand het zo bedoelt?

Wat het niet is:

  • een methode of werkvorm,
  • een stijl van begeleiden,
  • of een snelle fix voor ‘moeilijke teams’.

Wat het wél is:

  • een manier van kijken naar ordening, loyaliteit en herhaling,
  • een houding waarin je spanning serieus neemt,
  • en een manier van werken waarin je ook jezelf als onderdeel van het systeem ziet.

Patronen zijn ergens ontstaan

Wat mensen doen, doen ze zelden met opzet. Patronen ontstaan niet zomaar. Ze zijn ooit ontstaan omdat ze hielpen. Bijvoorbeeld om iets te dragen, te dempen, te beschermen, te zorgen dat het bleef draaien.

Dat maakt ze niet altijd helpend, maar wel begrijpelijk. Ze zijn ook besmettelijk. Als je ergens werkt waar problemen vermeden worden, ga je dat vanzelf ook doen.
Als er wantrouwen is, ga je controleren. Als niemand zijn plek neemt, ga je harder lopen om de gaten dicht te lopen. Systemen beïnvloeden gedrag, vaak zonder dat iemand het zo heeft bedacht.

Daarom is het zinloos om ‘de ander’ als oorzaak aan te wijzen. Het patroon is van iedereen, ook al wordt het door sommigen meer zichtbaar gemaakt dan door anderen.

Waar het vaak spaak loopt

Je kunt professionals blijven trainen in communicatie, feedback, reflectie of veerkracht. Maar als de structuur krom is, verandert er niets. Dan zie je telkens dezelfde dynamiek:

  • verantwoordelijkheden die onduidelijk blijven,
  • conflicten die zich herhalen,
  • samenwerking die vastloopt in controle.

En ondertussen blijft het systeem draaien. Mensen raken overbelast of haken af. En wat je dan vaak hoort is: “Je moet gewoon stevig staan.” Maar stevig staan is niet genoeg als de vloer onder je scheef ligt.

Wat werkt dan wél?

Geen tovermiddel, wel dingen die verschil maken:

  • Spanning serieus nemen. Niet fixen, maar onderzoeken wat het vertelt over het geheel.
  • Patronen zichtbaar maken. Wat herhaalt zich?
  • Ordening herstellen. Heldere plekken, heldere rollen.
  • Grenzen stellen als systeemingreep. Niet alles overnemen wat niet van jou is.
  • Reflectie organiseren met álle betrokkenen. Niet alleen binnen het team, maar ook in het netwerk eromheen.

En dan toch: hoop

Ondanks alles zie je ook iets anders.
In collega’s die elkaar helpen, ook als ze het zelf druk hebben en weinig ruimte voelen.
In korte momenten waarin iemand zegt wat eigenlijk al lang gevoeld werd. Wat soms eerst spannend is, maar daarna vaak zorgt voor ruimte. In kleine acties waarin vertrouwen het uitgangspunt is.

Daar zit voor ons de waarde van systemisch werken. Niet in het willen veranderen van mensen, maar in het zichtbaar maken van wat we met elkaar (vaak onbedoeld) in stand houden. En in het opnieuw kiezen: welk gedrag ga ik nu inzetten?

herkenbaar?

Wil je meer zicht krijgen op de dynamiek in jouw team? Laten we samen het systeem zichtbaar maken en kijken waar de echte beweging zit.